We kwamen terug na een lange herfstvakantie vol plannen om van onze klas een echte sinterklaasklas te maken.
"Ja! We gaan een stoomboot maken!" zei Victor.
Zo voorspelbaar willen we niet zijn dus het antwoord van juf was: "Neen, we gaan geen stoomboot maken!"
Maar wat dan wel!? Het voordeel van een gemengde klas waar beide groepen iets verschillend maken, is dat je met minder voorraad al genoeg hebt voor één leeftijdsgroep. Dus als we dan toch acht borstelstokken vonden, kon iedereen van het tweede kleuter een echt -stok-paard of een stokoud paard van Sinterkaas knutselen.
Het karton, nodig voor het knutselwerk voor wie in het derde zit, hadden we nog met hopen maar daar misten we dan een handige helper met gepast zaagmateriaal om onze stukken te verzagen. Na één mailtje en een half uurtje wachten was dat probleem opgelost: De opa van Geike zou ons karton verzagen. Dank je wel, opa van Geike!!👍 Na een paar uurtjes, konden we nog een zestal keer antwoorden dat het zaagprobleem al was opgelost! Leuk als je veel respons en helpende handen krijgt!
Toen was het aan ons en het werden twee projecten van verschillende dagen werk en een combinatie van verschillende technieken.
Beginnen bij het begin.
Het paard van Sinterklaas mag dan wel een schimmel zijn, als ons karton al wit is, zou het flauw zijn dat gewoon zo te laten dus bij ons is het paard van Sinterklaas een Appaloosa; gevlekt dus.
Geen stokpaard zonder stok en die moest van zijn houtkleur af. Een reeks van drie kleuren verderzetten maakte van een gewone borstelstok een belangrijk onderdeel van ons stokpaard.
Een mooi doel voor de tweede kleuterklas is: 'Op een lijn kunnen knippen'. Wij maakten daarvan: 'Op een lijn kunnen knippen in hard materiaal'. Want knippen in karton is nog iets anders dan een dun blaadje papier doorknippen. Maar de aanhouder won!
We moesten ervoor zorgen dat ons paard ook echt bereden zou kunnen worden. Dan was er een klein gaatje nodig waardoorheen de handvaten komen.
Om de gaatjes op precies dezelfde plaats te hebben, hielden we de tweede helften paardenhoofd tegen elkaar. Slim gezien maar zo werd het wel extra hard duwen. Gelukkig ging het maar om een klein rondje.
Een paard heeft manen. Dus ons paard ook. En daarvoor hebben we iets nieuws geprobeerd. Knopen leggen, en geen enkele maar een dubbele. Dat kan ons nog van pas komen als eerste stap bij het veters strikken.
Een nieuwe techniek vroeg om een paar extra handen om de wirwar van touw en vingers te helpen begeleiden. En dan mochten we op de steun van meester Jan rekenen.
(Ons Oonatje heeft last van haar oog maar dat hield haar niet tegen om toch dat touw door een piepklein gaatje te prutsen. )
Het paard van Sinterklaas mag dan wel zeer betrouwbaar zijn, we maakten toch best een hoofdstel om hem, indien nodig in toom te houden.
Aan een hoofdstel hoorden teugels. Voor die teugels moeten we dan weer juf Gwendoline bedanken want van haar kregen we parels om te rijgen.
Als we wilden dat hij zeker zou luisteren, moest hij natuurlijk ook oren krijgen.
Na het vele knipwerk om zijn hoofd uit te knippen uit hard karton, waren de oren nog maar een peulenschil.
Zo, ons paard is klaar.
Als Amerigo of Slecht-Weer-Vandaag op pensioen gaat, is opvolging verzekerd.
Moesten de grote kleuters dan wachten tot dat paard klaar geraakte?
Neen, wij kunnen verschillende dingen tegelijk.
En neen, het werd dus geen stoomboot maar Roetpiet die zich op het dak van een huis waagt!
Het dak was in dit verhaal het belangrijkste onderdeel van het huis dus sloegen we het grootste deel van de muren over tot net op de hoogte van het dak.
Voor dat kleine randje muur wilden we wel bakstenen in een stevige geschrankte structuur zoals in het echt! Handig, zo'n legoblokje! Precies de goede maat om bakstenen te stempelen.
De dakpannen volgen. Maar een egale ondergrond is mooier dan kartonkleur dus leggen we eerst een grondlaagje. Gilles kan al beginnen met het hoofdje van Roetpiet. Bruin of zwart maar hoe dan ook geen gewassen huidje want Roetpiet doet zijn werk in de schoorsteen met hart en ziel.
Juffen van het derde kleuter vallen graag terug op een aanzet tot schrijfbewegingen dus de dakpannen proberen we te 'schrijven' in een slinger van wat ze later de letter 'u' zullen noemen.
Een schoorsteen mocht natuurlijk niet ontbreken. Hoe kan Roetpiet anders met zijn zak speelgoed binnen geraken?
Een doosje van siroop had de perfecte maat voor onze schoorsteen. En gelukkig - of jammer genoeg - kon iedereen daar wel voor zorgen.
Piet kreeg ondertussen een kostuumpje met veel kleurtjes.
Een streepjesbroek in een patroon van drie geschilderde kleuren en een truitje van heel fijne papierstrookjes.
En daarvoor is een papierversnipperaar dan weer heel nuttig.
Daarna volgde het prutswerk:
Een mutsje knippen uit Crêpepapier.
Maar crêpepapier laat zich niet gemakkelijk snijden...
Als Roetpiet niet groot is, zijn zijn oogjes, neusje en mondje ook klein dus het prutswerk gaat verder...
Met muizentrapjes maakten we armen en benen want zonder kan Roetpiet niet veel beginnen.
Zo hadden we tussendoor ook een beetje wiskundige initiatie want voor de armen moesten we kortere strookjes hebben dan voor de benen.
Wist je dat strookjes papier ruzie kunnen maken?
"Ik wil bovenaan!" zegt het ene strookje. "Neen, ik wil bovenaan!" zegt het andere strookje en voor je het weet heb je met die twee ruziemakende over elkaar geplooide strookjes, muizentrapjes die perfecte armen en benen zijn voor een Pietje!
Victor zag dat het goed was!
En nu is iedereen helemaal klaar!
Mooi hé?!
Ondertussen kregen we het grote nieuws dat Sinterklaas in het kasteel van Loppem logeerde en dat onze meester Jan op bezoek mocht gaan!
Natuurlijk konden we hem niet met lege handen laten gaan dus maakten we nog een tekening die meester Jan voor ons persoonlijk heeft afgegeven.
Roy wou graag Amerigo tekenen maar zag er niet direct een begin aan en dan was een stappenplan natuurlijk handig.
Nu lijkt het wel of we alleen maar knutselden maar dat is niet waar.
Er bleef nog veel tijd om te spelen ook. In het poppenhuis hadden we elke dag bezoek van hulpsinterklazen en extra Pietjes.
We hadden ook heel wat te stellen met het Spiekpietje dat Sint ons stuurde. Een heel lief ventje!! Maar ook een kleine deugniet want zolang wij in de klas waren, bleef hij mooi zitten maar 's nachts werd dat een ander verhaal. Mooi in bedje blijven liggen, zat er niet in! Elke ochtend weer moesten we hem ergens gaan zoeken...
Ook schreef hij ons briefjes met een boodschap.
Elke nacht was er wel iets: Te koud, dorst, honger, eenzaam... We gaven hem een jasje, een drankje, een knuffeltje, ..
En toen werd het weekend! Wat zouden we op maandag vinden als Spiekpietje twee dagen en twee nachten alleen bleef?!
Dus zat er niets anders op dan hem bij juf te laten logeren. Het afscheid viel zwaar en iedereen hoopte dat hij maandag gewoon terug mee naar de klas kwam.
Spiekpietje heeft zich goed geamuseerd als logé.
Hij kreeg het beste plaatsje in de zetel en maakte het zich daar gemakkelijk.
Hij had ook al onmiddellijk een vriendje:
Eigenlijk hebben we er allemaal een vriendje bij!
We zullen hem missen als hij donderdagavond terug naar Sinterklaas gaat.
Misschien of hopelijk zien we hem volgend jaar gewoon weer terug.
Juf waarschijnlijk wel... 😉