Net terug na de vakantie maar geen tijd om over koetjes en kalfjes te praten.
Neen, in plaats daarvan, hebben wij het over REPTIELEN gehad!
Wie gelooft dat wij een echte slang in de klas hadden?
Het is echt waar.
Maar we beginnen bij het begin:
Om ons nieuw thema 'reptielen' op te starten is Mario van SOS Reptiel naar onze klas en de klas van juf Anneke gekomen.
Enkel vertellen kan interessant en leerrijk zijn maar Mario wist wat kindjes nog liever hebben: Echte reptielen meebrengen!
We begonnen met het oudste soort reptiel.
Eentje dat al bestond in de tijd dat dinosaurussen nog leefden.
Een schildpad.
We zagen er drie.
Eerst toonde Mario een landschildpad die eigenlijk nog maar net wakker was na zes maanden slapen.
Die landschildpad is helemaal niet gevaarlijk.
Hij heeft geen scherpe klauwen of scherpe tanden om aan te vallen.
Hij kan zich dus ook niet zo goed verdedigen als er gevaar dreigt.
Dus moet hij dan zijn kopje, pootjes en staart intrekken en hopen dat hij zo genoeg beschermd wordt.
We weten nu dat die schildpadden in de woestijn leven en da's goed want ze kunnen niet zwemmen en in de woestijn is toch geen water dus moeten ze ook niet bang zijn om te verdrinken.
Ze eten enkel planten waaronder cactussen en da's eigenlijk eten en drinken tegelijk want ze drinken het water op dat IN de cactus zit.
Bij de landschildpad zijn de vrouwen aan de macht want alle dames zijn groter dan de mannen.
Leuk voor hen zeg!
Toen kwam er een heel kleintje dat er schattig uitzag.
Het was een waterschildpadje dat sommige mensen graag kopen als huisdiertje.
Wat mensen niet weten is dat ze echt wel heel groot worden en dan houden ze hem soms liever niet meer.
Zo moet Mario voor grote schildpadden zorgen die mensen beu geraken en die dus moeten verhuizen.
Wij hebben er zo eentje gezien.
Die was echt al groot en zwaar.
Zijn schild was heel donker van kleur omdat hij diep onder water dan niet goed te zien is en da's veiliger voor hem.
We weten nu ook dat elke schildpad hoogtevrees heeft en als ze bang zijn, doen ze kaka.
Blijkbaar was deze schildpad niet bang van ons want er is niets gebeurd.
We hadden voor de zekerheid toch ons tapijt opzij gerold.
We mochten de schildpad strelen want ook schildpadden vinden dat leuk.
Wat ze niet leuk vinden en wat wel gebeurt is dat mensen op hun schild kloppen.
Sommige mensen denken dat dit toch geen pijn doet omdat het zo hard is.
Niet dus, een schildpad heeft dan wel pijn en kan niet eens weg uit zijn schild.
Wij hebben dat dus natuurlijk niet gedaan!
Het volgende reptiel dat uit een koffertje kwam, was een hagedis.
Een baardagaam.
Die had heel veel stekeltjes maar die prikten eigenlijk niet.
Als hij boos of bang zou zijn, zou hij zijn stekeltjes rechtzetten maar blijkbaar had deze baardagaam geen reden tot boos zijn en bang was hij ook niet want ze bleven mooi plat liggen.
De stekeltjes aan de zijkant van zijn lichaam doen een goed werk want daar blijven dauwdruppeltjes aan vastkleven en die kan dat diertje dan opdrinken als hij een beetje dorst heeft.
Als een roofdier een hagedis kan pakken aan zijn staart, dan heeft die hagedis toch nog een heel klein beetje geluk.
De staart breekt af en de hagedis kan ontsnappen.
Hij is dan wel een tijdje zijn staart kwijt maar er groeit een nieuwe.
Die blijft dan wel een beetje korter dan de eerste.
Mario ook ook baardagamen die een kortere staart hebben, niet omdat roofdieren hen hadden proberen te pakken maar omdat mensen hen aan hun staart omhoog hadden gehouden.
Da's erg!
Als mensen dat doen, kunnen die hagedissen inderdaad maar beter bij SOS Reptiel gaan wonen.
Onze baardagaam had blijkbaar warm genoeg en kreeg daardoor honger en zin om te eten.
Hij mocht een soort wormpje eten wat hij blijkbaar heel lekker vond.
Zo snel dat hij het met zijn tong vasthad!
Ons fototoestel -of juf- klikte net iets te traag maar je kan zien dat zijn bekje nog een beetje open is.
Mario zei toen dat hij zijn goeie vriend had meegebracht.
Gelukkig zei hij er onmiddellijk bij dat zijn goeie vriend ook echt heel lief was want hij zag er wel wat griezelig uit.
Het is een TEU, een Amerikaanse hagedis die nu bij Mario en SOS Reptiel woont want zijn baasje wou hem niet meer en had hem eigenlijk gewoon achtergelaten toen hij verhuisde.
Heel triest voor Lo Grongo.
Lo Grongo is zijn naam.
Wij zijn extra lief geweest voor hem en dat strelen vond hij echt wel leuk.
Lo Grongo stak heel dikwijls zijn tong uit maar dat was niet uit onbeleefdheid.
Hij stak die uit om te kunnen ruiken.
Het laatste reptiel dat Mario mee had, was ... geen krokodil want Mario zei dat dat echt heel gevaarlijke dieren zijn dus die moesten in SOS Reptiel blijven.
Dat was dan maar goed ook.
Wat hadden we dan nog niet gezien?
Een slang!
Een heel grote slang mag niet meer vervoerd worden in de auto maar wij vonden de slang die Mario wel toonde zeker ook de moeite.
Het is een korenslang.
Die leeft het liefst in de velden waar hij muizen en ratten vangt om op te eten.
Die korenslang eet dus vlees maar toch was Mario niet bang om hem vast te houden terwijl zijn eigen huid toch ook 'vlees' is.
Mario had eerst zijn handen goed gewassen waardoor de slang zijn huid niet als vlees rook en dus was alles veilig.
Ook de slang stak de hele tijd zijn tongetje uit en bewoog er heel snel mee.
Blijkbaar wou die heel veel geuren van onze klas ruiken.
Sommigen van ons hebben de slang mogen vasthouden maar dat moest wel over de armen en zeker niet rond de hals.
Je kan zien dat de slang zich helemaal rond armen draait.
Als hij dat rond je nek doet, kan je niet meer ademen.
De korenslang leek helemaal verstrikt te zitten maar Mario was niet ongerust.
Hij kan zichzelf altijd weer uit de knoop halen.
Toen moest Mario bijna vertrekken maar we kregen nog een cadeautje!
Eén van de grotere slangen bij SOS Reptiel is verveld en wij mogen het oude vel hebben.
Die slang is helemaal niet dood maar zit in een nieuw jasje en wij kregen dus het oude.
Als wij nu zeggen dat we een echte slang in de klas hebben, is dat eigenlijk een heel klein beetje echt waar!
Dank je wel Mario, voor je bezoek en natuurlijk ook voor het cadeautje!