We blijven nog een tijdje thuis maar niets houdt ons tegen om toch samen een nieuw thema uit te werken.
De laatste keer dat we naar school gingen, had iedereen nog een winterjas, lange broek en bottines of laarsjes aan.
Onze garderobe is ondertussen helemaal aangepast want het is lente en al heel mooi weer geweest.
Om de lentekriebels te voelen, gaan we twee prentenboeken gebruiken.
De werkjes en filmpjes voorzien voor de eerste week , passen bij het prentenboek; 'Rupsje Nooitgenoeg' en in de tweede week gaan we verder met het boek; 'Het vervelende lieveheersbeestje' Op die manier zijn we een tijdje zoet en kunnen we heel wat bijleren.
Iedereen kreeg twee cadeautjes.
Misschien was het een ontgoocheling dat de inhoud van de cadeautjes werkjes waren?
In dit blogartikel worden de werkjes voor week 1 uitgelegd.
Het wordt een ganse boterham, zeker voor mama's en papa's die ondertussen hun eigen werk te doen hebben maar geen paniek; waar we anders maar vijf dagen hebben in een werkweek, kan het werk misschien gespreid worden over zeven dagen?
Het aanbod is ook extra groot want juf Anneke en ik hebben onze voorbereidingen bij elkaar gebundeld.
De één werkt liever dan de ander dus doen we het net zoals in de klas:
Er zijn moet-werkjes en mag-werkjes.
Alle werkjes zijn genummerd en in de uitleg die volgt, gebruiken we dezelfde nummering zodat je vlot de uitleg van een bepaald werk kan volgen.
Hier gaan we:
1. Rijmen: Kleur de delen van de rups met twee woorden die rijmen in eenzelfde kleur. Dit werkt vraagt eigenlijk geen extra uitleg. De kindjes mogen vragen om welk woord het gaat mochten ze twijfelen bij de afbeelding maar natuurlijk proberen ze zelf te vinden welk ander woord erop rijmt.
2. Rupsje Nooitgenoeg eet echt heel veel. Op de bovenste rij van dit werk, zie je een volledige rij van a het fruit dat hij eet. In de rijen eronder, is niet elk fruit al afgebeeld. De bijhorende prentjes vullen perfect aan om elke rij volledig te krijgen. Kijk maar hoe je kan aanvullen.
tip: Wie het graag overzichtelijk houdt, kan rijen waar je nog niet aan werkt afdekken zodat het geheel te overzien blijft.
3. Woorddelen knippen, klappen en plakken.
Haal maar je schaar en je lijm uit. Als alle plaatjes uitgeknipt zijn, klap je het aantal woorddeeltjes van een woord en leg je dit plaatje dan in de juiste kolom. Elke kolom is volledig als er 3 plaatjes opgekleefd kunnen worden.
4. Rupsje Nooitgenoeg werd in stukken geknipt. Niet leuk voor hem natuurlijk dus maak hem maar weer volledig. Zijn kopje (1) krijg je al en kijk goed voor de volgende stukjes. Je begint bij getal 1 (kopje), één stipje, getal 2 en twee stipjes en zo bouw je hem tot 10 waardoor hij weer volledig is.
Laat hem maar kronkelen zoals hij bovenaan op het fotootje doet want anders past hij niet op je blad! Wie wil tekent er zijn pootjes bij, dan maak je hem extra blij!
5. Dit deden we niet eerder in de klas.
In elke rij zit het woord 'RUPS' verstopt. Het is aan jullie om dit woord te zoeken en enkel de letters te kleuren die het woord vormen.
6. Op zaterdag eet Rupsje Nooitgenoeg nog veel meer dan voordien! Het werk is precies hetzelfde als werk 2 maar een beetje moeilijker omdat hij echt wel heel veel eet. Dus vergeet geen kaartje te leggen als je de onderste rijen wil afdekken.
7. Tijd om onze schrijfoefeningen van Krullenbol te oefenen. Jullie nummer 7 is nog witjes. Maak er maar een mooi werkje van zoals hier op de foto en om de schrijfoefening juist te maken, begin je aan groen, rust je eventjes op oranje en eindig je bij rood. Denk goed na welke vingers je stift mogen vasthouden en welke hand jij gebruikt om te schrijven of om je blad tegen te houden. Er is plaats genoeg om met drie verschillende kleuren de schrijfoefening te doen.
8. Een groot leeg blad?
Tijd om te schilderen of te tekenen. Eerst schilder/teken je een grote boom. Je boom moet echt van onderaan je blad beginnen met een brede stam en een kruin met takken en blaadjes die tot bovenaan je blad komen. Maar laat tussen de blaadjes ook plaats om er rupsjes in te 'schrijven'. Als je elk rupsje een ander kleurtje geeft, wordt het zeker een mooi kunstwerk! Als je het niet helemaal begrijpt, kan je kijken op onderstaande foto.
Deze jongen maakte zijn boom door de zijkant van een karton te beschilderen en zo afdrukken te stempelen. Leuk idee maar je kiest zelf hoe jij het doet.
9. Je ziet per hokje een plaatje met het woord eronder. Rondom staan letters die je nodig hebt om dit woord te maken, maar ook letters die er niet bij passen. Zet een kringetje rond de letters die je nodig hebt voor dit woord.
10. Tijd om rupsjes te stempelen met je vinger. Druk je vinger in de verf en maak maar rupsjes door rondjes te draaien. Niet elke rups is even groot. Vooraan kan je zien of je een lange rups of een korte rups moet maken.
11. Aan de linkerkant van dit werk, zie je vlinders die helemaal klaar zijn. De vlinder aan de rechterkant wil er precies hetzelfde uitzien als zijn buur. Ze mogen natuurlijk ook met heel veel kleuren ingekleurd worden want Rupsje Nooitgenoeg werd ook een kleurrijke vlinder.
12. Het lijkt of beide prenten precies hetzelfde zijn maar dat is niet zo. Op de bovenste prent ontbreken stukjes van de vlinders. kijk je goed wat ze tekort komen?
13. Voor dit werk heb je centjes nodig dus haal maar eerst de geldbeugel van je mama of papa!
In het midden staan vlinders. Leg eerst evenveel centjes als vlinders klaar. Aan elke kant van de vlinders staan bloemen.
Het is de bedoeling dat bij elke bloem evenveel vlinders getekend worden. De centjes kunnen je helpen door ze eerst te verleggen naar de bloemenkanten. Aan elke bloem moeten evenveel centjes liggen en als je dan de centjes telt, weet je hoeveel vlinders je moet tekenen.
14. Misschien vind je wel insecten in je tuin? Mocht je er eentje tegenkomen, kan je het driehoekje naast het dier dat je zag inkleuren.
Tot daar het papierwerk!
Maar bij bijna elk werk past nog het stokpaardje van juf:
Je kan een werkje helemaal juist maken maar een beetje 'vlug vlug vlug' en dan weten de kindjes dat er een echte juf-Karen-opmerking kan volgen.
Juf is nogal een strenge!
Ze is blij als je echt zo goed mogelijk probeert te doen wat jij zelf kan.
Denk maar aan wat we zeggen over prentjes uitknippen op een lijn: Knippen is als met een auto rijden. Daar mag je ook niet mee naast de weg rijden!
Of misschien vind je heel vlug de juiste letters die moesten ingekleurd worden maar zie je nauwelijks dat je een vakje hebt ingekleurd.
Als je complimentjes wil scoren, laat je zo weinig mogelijk witte stukjes achter.
Ook kan je bij alles wat je doet met stiften of kleurpotloden extra letten op hoe je de stift vasthoudt. Zo oefen je een goeie pengreep die je later van pas zal komen:
Duim en wijsvinger houden de stift vast, je stift ligt neer in het boogje van je duim en je wijsvinger en de andere vingers zijn een ondersteuning van je pols.
Als je op al die extraatjes let, heb je niet alleen aan het eigenlijke doel van de oefening gewerkt maar ook nog aan bestaande doelen waar juffen aandacht aan geven:
1. nauwkeurig werken
2. een gegeven opdracht volhouden
3. een juiste pengreep hanteren
4. zelfstandig te werk gaan.
Zo heb je niet 'twee vliegen in één klap' maar minstens vijf!👊
In de klas zijn we niet enkel bezig met denkwerk op papier.
We kunnen geen thema uitwerken zonder verhalen of educatieve filmpjes of spelletjes. Daarom volgen er doorheen de week blogartikels met links naar verhalen, een lied een informatief filmpje...
Via mails met bijlage kan je doorheen de week ook een passend extraatje verwachten.
Zondagavond volgt een eerste blogartikel met een extraatje aangezien we het thema opstarten met een inleidend verhaal.
Eén dag in de week spreken we af om met Zoom-us een groepsgesprek te houden.
Zo blijven we op de hoogte van elkaars nieuwtjes en avonturen.
Klaspopje Victor zit al klaar.
Het enige wat we op deze manier niet kunnen aanbieden en waar iedereen waarschijnlijk het meest naar verlangt zijn de speelmaatjes maar daarvoor tellen we de dagen af .
Elke dag verder is er ééntje dichter bij samen spelen!!👫
En als we elkaar dan terug zien, krijgt iedereen -als het tegen dan mag- een dikke knuffel!
